Thibaut is architect bij de dienst Infrastructuur van het OCMW van Elsene. Hij werkt aan uiteenlopende projecten, gaande van energierenovaties tot de inrichting van nieuwe ruimtes. In dit interview vertelt hij ons over zijn carrière, het dagelijks reilen en zeilen van zijn vak en de specifieke uitdagingen inzake architectuur in de openbare sector.
Kunt u ons iets vertellen over uw academische en professionele achtergrond?
Ik heb ingenieurswetenschappen gestudeerd aan de ULB, faculteit architectuur. Na mijn studie besloot ik mijn eigen bedrijf te starten en projecten te ontwerpen voor kennissen die hun appartement wilden renoveren of een terras op palen wilden aanleggen.
Wat heeft u ertoe aangezet om bij het OCMW van Elsene te gaan werken?
Drie jaar geleden ontmoette ik op een buurtfeestje iemand die bij het OCMW werkte. Tijdens ons gesprek vertelde ik over mijn projecten en zij vertelde mij dat het OCMW op zoek was naar een architect. Geïntrigeerd bekeek ik de advertentie en zag dat het profiel aansloot bij mijn vaardigheden. Ik besloot dan ook te solliciteren.
Wat houdt uw taak binnen de dienst infrastructuur van het OCMW in?
Mijn belangrijkste taak is het opstellen van bestekken voor verschillende projecten, meer bepaald ruimtelijk ontwerp, met oog voor het behoud van de gebouwen.
Heeft u een voorbeeld van een lopend project?
We zijn net begonnen met de renovatie van het dak van Uren van Geluk, een van onze twee bejaardentehuizen. Dit project werd geïnitieerd door een opdrachtencentrale bij Sibelga. Ik ben verantwoordelijk voor de opvolging van dit project en zorg ervoor dat aan de in het bestek vastgelegde eisen wordt voldaan.
Ook voeren wij energetische renovaties uit om de prestaties van de gebouwen te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van raamkozijnen of het verminderen van het gasverbruik. Ook ga ik op zoek naar subsidies om deze werkzaamheden te financieren.
Kunt u ons meer vertellen over de aanstaande verhuizing van de sociale dienst van het OCMW van Elsene?
Het is de bedoeling dat de hele sociale dienst wordt ondergebracht in Old Van Aa. Het huidige gebouw, aan de Jean Paquotstraat, is verouderd. Onze werkploegen zijn bezig met de inrichting van de nieuwe ruimte en voeren routinewerkzaamheden uit in de andere OCMW-gebouwen. Belangrijk om te benadrukken is dat het zelden voorkomt dat er binnen een administratie zo’n groot team van arbeiders een groot deel van het werk op locatie uitvoert. Dit is heel bijzonder en betekent een echte meerwaarde voor het OCMW.
Hoe zorgt u ervoor dat dit nieuwe gebouw voldoet aan de specifieke behoeften van de begunstigden en medewerkers?
Wij organiseren talrijke vergaderingen om de behoeften in kaart te brengen en de bestaande middelen en de middelen die ingezet moeten worden, te evalueren. De begane grond is bestemd voor het publiek, met een receptie en een wachtruimte die vrij toegankelijk zijn. De gesprekslokalen zijn enkel toegankelijk met een badge, om een vertrouwelijke omgeving te creëren voor de maatschappelijk werkers en de begunstigen.
Wat zijn de uitdagingen waar u in uw werk tegenaan loopt?
De grootste uitdaging is om de verwachtingen en eisen van iedereen met elkaar in overeenstemming te brengen. Communicatie is essentieel om tot een goede verstandhouding te komen. Samenwerken met externe bedrijven kan soms complex zijn. Sommigen hebben er moeite mee om bepaalde taken uit te voeren, of willen extra kosten in rekening brengen. Het is daarom van groot belang om nauwkeurige bestekken op te stellen en ervoor te zorgen dat deze correct worden toegepast.
Hoe werkt u samen met andere overheidsdiensten om een goed beheer van de gebouwen te garanderen?
Dagelijks krijgen we allerlei verzoeken binnen: verwarmingsproblemen, waterinfiltratie, defecte ramen… Deze interventies behoren tot ons dagelijks werk.
Welk advies zou u geven aan iemand die architect wil worden in de openbare sector?
Het is belangrijk om de dingen in perspectief te plaatsen en kritiek niet persoonlijk op te vatten. Dit draagt bij aan het onderhouden van gezonde en constructieve professionele relaties.